onderzoek
Onderzoek Bureau Lantschap
Sinds de oprichting is Lantschap bij meer dan 130 projecten betrokken geweest.
De projecten variëren sterk in aard en omvang: van bouwhistorische analyses van historische gebouwen, tot het bepalen van de cultuurhistorische hoofdstructuur van hele provincies. Afhankelijk van de vraagstelling wordt een onderzoeksteam samengesteld met de benodigde disciplines. Vaak wordt samengewerkt met collega-adviesbureaus op het gebied van archeologie, bouwhistorie, landschapsarchitectuur en historische parken.
Het accent van Lantschap ligt op historisch-geografisch onderzoek. De historische geografie bestudeert de ontwikkeling van het ruimtegebruik. In de loop van de eeuwen is het oorspronkelijke natuurlandschap door de mens omgevormd tot het landschap zoals we dat nu kennen. Er zijn verschillende fasen in de ontwikkeling te onderscheiden. Aanvankelijk was de inrichting van het land vooral gericht op de landbouw. Dorestad was in de achtste eeuw de grootste stad van ons land en telde nog geen 5000 inwoners. Gaandeweg kwamen de steden tot ontwikkeling en oefenden invloed uit op het platteland. Verschillende landschapsvormende factoren droegen bij aan de inrichting en de vormgeving van het landschap, zoals defensie, waterbeheer, delfstofwinning en infrastructuur. | ||
Integraal cultuurhistorisch onderzoek
Bij integraal cultuurhistorisch onderzoek worden alle cultuurhistorische aspecten van een gebied onderzocht. De bewoningsgeschiedenis vanaf de prehistorie tot nu wordt beschreven. De elementen en structuren die deze geschiedenis illustreren worden in kaart gebracht. Er worden aanbevelingen gedaan hoe de landschappelijke en cultuurhistorische waarden een plek kunnen krijgen in het landschap van de toekomst.
Landgoederen, buitenplaatsen en parken
Het onderzoek naar de geschiedenis van een park is vaak een enorme zoektocht. In sommige gevallen is de oorspronkelijke ontwerptekening bewaard gebleven en is het onderzoek gericht op de ontwikkelingen die het park heeft doorgemaakt sinds de oorspronkelijke aanleg.
Bijzondere tuinelementen worden opgespoord, zoals follies, uitkijkheuvels, slingerpaden en ganzenvoeten. Van pas omgezaagde bomen worden de jaarringen geteld. Met al deze informatie kan een beeld worden gevormd over de oorspronkelijke aanleg en wat er sindsdien met het park is gebeurd.
Overleg met lokale deskundigen en gebruikers
Een belangrijke bron van informatie zijn de ‘echte’ deskundigen: de mensen die in het betreffende gebied, dorp of stadsdeel wonen of werken. Zij kunnen de verhalen vertellen die nergens op kaarten of in archieven te vinden zijn. Daarom wordt overleg gevoerd met lokale heemkundekringen of historische verenigingen en worden eigenaren en gebruikers betrokken bij de aanbevelingen.